Matchfixing, het is één van de grote onderwerpen in het sportnieuws geweest begin 2016. Tot begin 2016 was Nederland in de overtuiging dat haar land zo goed als vrij was van Matchfixing. Zo werd zij bijvoorbeeld niet genoemd in het onderzoek van Europol op 4 februari 2013[1] , volgens welk onderzoek in vijftien Europese landen sprake was van omkoping voor een bedrag van ongeveer € 16 miljoen waarbij zo’n 400 personen bij betrokken zouden zijn. Volgens het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport zou er, volgens haar onderzoek [2] , slechts sprake zijn van matchfixing binnen Nederland op zeer kleine schaal.
Niets bleek echter minder waar te zijn. Na diverse verdenkingen van onder andere matchfixing in de tenniswereld [3] en de voetbalwereld [4] , heeft de Integriteitseenheid van de KNVB nu voor het eerst vastgesteld dat er, helaas, ook in Nederland nu officieel sprake is van matchfixing in het Nederlandse betaald voetbal. In Februari 2016 heeft de KNVB een rapport uitgebracht van een verricht onderzoek naar aanleiding van mogelijke matchfixing bij de voetbalclub Willem II. Hieruit blijkt dat de heer Kargbo (ex-voetballer van Willem II) en de heer Perumal (een veroordeelde matchfixer uit Singapore) betrokken zijn met matchfixingszaken in Nederland. [5]
Een van de eerste vragen die mij meteen bezig hield is: waarom gebeurt matchfixing eigenlijk? Hoe kan je een topsporter winstgevend omkopen, aangezien sporters in het algemeen veel verdienen? Niets blijkt minder waar, het grootste probleem – aldus het onderzoek ‘Matchfixing in Nederland’ [6] – ligt in het feit dat een (slechte) financiële situatie bij een speler of andere betrokkene risico’s met betrekking tot matchfixing met zich mee kan brengen. Denk dan vooral aan echtscheiding, slechte en onregelmatige betaling, (gok)schulden of andere zware financiële verplichtingen. Een andere reden kan zijn dat er sprake is van criminele infiltratie binnen de sport. Als daarnaast bedacht wordt dat de pakkans erg laag is, zal begrepen kunnen worden dat matchfixing in Nederland meer gebeurt dan oorspronkelijk gehoopt/gedacht werd.
Tot op heden is matchfixing nooit een heel groot juridisch vraagstuk geweest, en dan vooral omdat er wettelijk weinig was geregeld om dit tegen te gaan. Sterker nog, tot voor kort werd er zo weinig aandacht aan matchfixing besteed, dat een betrokkene totaal niet hoefde te vrezen voor enige strafrechtelijke vervolging. Het enige waar een betrokkene zich druk om zou hoeven te maken is een eventuele tuchtrechtelijke veroordeling.
Maar wat is Matchfixing nu precies? In Nederland is er nog geen vaststaande definitie, dat is ook logisch aangezien matchfixing in Nederland niet afzonderlijk strafbaar is gesteld, dus hier is geen definitie uit af te leiden. De enige instantie die een conceptdefinitie heeft gegeven van matchfixing is de Raad van Europa [7]. De vertaling van deze definitie zou dan luiden:
“matchfixing betreft de manipulatie van de uitkomsten van sportwedstrijden door op oneigenlijke manieren het verloop of de uitkomst van een competitie of specifieke gebeurtenissen daarbinnen (zoals individuele wedstrijden of races, of gebeurtenissen tijdens wedstrijden) te bepalen, met het doel om een voordeel voor zichzelf of voor anderen te bereiken en de onzekerheid van de uitkomst van de wedstrijd, race of de competitie op te heffen.” [8]
Daarnaast is het zogenaamde spotfixing interessant geworden, dit is het geld inzetten op een bepaalde gebeurtenis: bijvoorbeeld dat iemand een strafschop veroorzaakt, of een rode kaart pakt. Het grote voordeel hiervan voor de matchfixer is dat het veel eenvoudiger is om een wedstrijd gedeeltelijk te vervalsen, dan de wedstrijd in zijn geheel. Daarnaast is de kans op detectie bij spotfixing ook nog eens een stuk kleiner dan bij matchfixing. Voor de rest van dit artikel zal ik alle wedstrijdvervalsing echter onder de algemeen gebruikte term matchfixing scharen.
Een vraag die vooral de niet-sport-liefhebbers zal stellen: waarom willen we zo graag matchfixing tegengaan? Het is toch maar een spelletje? Helaas is de impact van matchfixing op de omgeving groter dan veel mensen zich zullen beseffen. Zo zal het geld wat bij de matchfixing gemoeid gaat via exotische bankrekeningen rond gesluisd worden en de herkomst ervan hiermee verdoezeld worden. Daarnaast gaat omkoping of witwassen vaak goed samen met valsheid in geschrift en belastingfraude. [9] Matchfixing houdt hiermee dus criminaliteit in stand.
Genoeg reden dus om hier iets aan te doen. Maar waarom wordt er tot op heden zo weinig gedaan aan matchfixing in Nederland? De belangrijkste reden is eigenlijk: met de huidige wetgeving is het in Nederland erg lastig om matchfixing tegen te gaan.
In Nederland is het Openbaar Ministerie (OM) de instantie die belast is met het opsporen en vervolgen van strafbare feiten. Voordat het OM overgaat tot vervolgen, moet er sprake zijn van een verdachte en dient er op grond van artikel 27 Sr sprake te zijn van een redelijk vermoeden van schuld. Dit is ook meteen de reden waarom het zo moeilijk is in Nederland om matchfixing te vervolgen. Een redelijk vermoeden moet immers onderbouwd zijn door feitelijke omstandigheden die objectiveerbaar zijn. [10] Het gevolg is dat het zeer moeilijk is om – op dit moment – matchfixing aan te pakken. Een van de grootste kenmerken van sport is immers dat er fouten gemaakt worden.
Mocht iemand uiteindelijk wel als een ‘verdachte’ in de zin van artikel 27 Sr kunnen worden aangemerkt, dan bevat de Nederlandse wet een vijftal artikelen die door het OM gebruikt kunnen worden om matchfixing te bestraffen: oplichting (art. 326 Sr), niet-ambtelijke omkoping (art. 328ter Sr), dwang (art. 284 Sr), opzettelijke witwassen (art. 420bis Sr) en misdadige organisatie (art. 140 Sr). Daarnaast is het nog mogelijk om als benadeelde partij een civiele actie uit onrechtmatige daad (6:162 BW) in te stellen tegen de benadelende partijen, of kan je als werkgever arbeidsrechtelijke acties instellen tegen de match-fixende werknemer.
Ondanks dat het lastig is matchfixing te bestraffen, heeft de Minister van Veiligheid en Justitie aangegeven dat het OM van mening is dat bovenstaande middelen volstaan ter bestrijding van eventuele matchfixing. [11] Het grootste probleem zit in de opsporing ervan.
Een andere weg om matchfixing tegen te gaan is via het tuchtrecht van de sportbonden zelf. Hier blijkt echter nog een nadeel aan te zitten, op de paardendrafsport en voetbal na hadden de bonden in hun tuchtregels nergens regelingen getroffen ter bestrijding van matchfixing. Hierdoor moesten de bonden om iemand tuchtrechtelijk te veroordelen terug vallen op zeer algemene tuchtregels (denk aan termen als ‘spelbederf’, ‘onsportief gedrag’, etc.). Onder andere om deze reden heeft bijvoorbeeld het NOC*NSF een blauwdruk tuchtregels opgesteld en alle topsportbonden tot 1 juli 2016 de kans gegevens om deze regels in hun eigen reglementen te implementeren. [12]
Dit klinkt ideaal, echter aan het tuchtrecht kleeft nog een heel groot nadeel. Als iemand niet lid is van de bond, is een tuchtrechtelijke veroordeling ook niet mogelijk. Zo kon de KNVB bijvoorbeeld in de zaak niet overgaan tot een tuchtrechtelijke veroordeling van de heer Kargbo, omdat deze op dit moment niet meer lid was van de KNVB. Het enige dat de KNVB kon doen, was besluiten dat de heer Kargbo zich niet meer kan aanmelden voor een lidmaatschap van de KNVB en de onderzoeksresultaten over te dragen aan de FIFA en de Engelse bond (waar Kargbo op het moment speelt) in de hoop dat zij ook over zullen gaan tot tuchtrechtelijke maatregelen. Ook zullen de externe (criminele) matchfixers niet via het tuchtrecht aangepakt kunnen worden.
Kortom, matchfixing is een moeilijk onderwerp. Het is maatschappelijk zeer ongewenst, maar ook erg moeilijk aan te pakken. Zo moet de eerste zaak dat het OM overgaat tot strafrechtelijke veroordeling van iemand wegens matchfixing nog gebeuren. Het zal een kwestie van trial-and-error worden voor het OM. Zo zal het OM bij iedere situatie moeten uitvinden welke strafbepaling de meeste kansen zal geven. Ook zullen de sportbonden goed moeten samenwerken en hun tuchtregels moeten aanscherpen.
mr. Bo Pietersz
advocaat in Amsterdam
[1] https://www.europol.europa.eu/content/results-largest-football-match-fixing-investigation-europe
[2] Rapport “Matchfixing in Nederland”, 3-9-2013, Rijksoverheid
[3] http://www.nu.nl/tennis/4199379/mogelijk-grootschalige-matchfixing-hoogste-tennisniveau.html
[4] http://www.nu.nl/sport/3974330/matchfixing-bij-voetbalwedstrijden-willem-ii.html
[5] http://www.knvb.nl/nieuws/themas/matchfixing/16681/matchfixing-voor-het-eerst-nederland-officieel-vastgesteld
[6] Rapport “wedstrijdvervalsing in Nederland”, 2013/03/09, Rijksoverheid
[7] Raad van Europa, Aanbeveling CM / Rec (2011) 10 van het Comité van Ministers aan de lidstaten over de bevordering van de integriteit van de sport om te vechten tegen het manipuleren van resultaten , met name overeenkomen -fixing.
[8] wedstrijdvervalsing in Nederland, de Aard en reikwijdte van het Probleem, de Risico’s en de Aanpak, Prof. Dr. T. Spapens, Prof. Mr. M. Olfers
[9] Sportstrafrecht, dhr. H. van Aardenne, Spigt Litigators
[10] De Aanpak van wedstrijdvervalsing in Nederland, Initiatiefnota ‘, PvdA Oktober 2014, p. 7
[11] Brief van 22 januari 2013 Gericht aan de Tweede Kamer, Minister van Veiligheid en Justitie en minister Van Volgezondheid, Welzijn en Sport
[12] http://www.nocnsf.nl/matchfixing